Verstrengeling van briljante geesten - Verrassende overeenkomsten tussen het collectieve onbewuste van Carl Jung en de kwantumtheorieën van David Bohm voor een holistische visie op het universum. #850917

Er bestaat een geheim, bijna mysterieus verband tussen diepe psychologie en kwantumfysica. Twee grote denkers uit de 20e eeuw, Carl Gustav Jung en David Bohm, nodigden ons uit om de diepten van het collectieve onbewuste en het impliciete universum te verkennen, waarbij ze visies openden die gericht waren op een transcendentaal territorium binnen de menselijke psyche en de subtiele orde van de kosmos zelf.
Carl Jung, Zwitserse psychiater en pionier op het gebied van de analytische psychologie, introduceerde het concept van het collectieve onbewuste. Volgens Jung deelt het individu een schat aan archetypen, symbolen en diepgaande beelden die resoneren in de collectieve ziel van de mensheid. Voor Jung zijn we niet slechts geïsoleerde individuen, maar zijn we ondergedompeld in een gemeenschappelijke psychische grond die ons verbindt met het voorouderlijk verleden en met de eeuwige dans van de mens.
In een schijnbaar afstandelijk maar mysterieus complementair perspectief vinden we David Bohm, een theoretisch natuurkundige die bekend staat om zijn bijdragen aan de kwantumfysica. Bohm stelde het idee voor van een impliciet universum, waarin de werkelijkheid verder gaat dan deeltjes en klassieke natuurwetten. Voor Bohm is het universum op een subtiele manier geweven, waarin elk deel in directe verbinding staat met het geheel, een totaliteit die bestaat voorbij de beperkingen van menselijke waarnemingen.
Hoewel deze twee genieën tot verschillende cognitieve domeinen behoren, merken we op dat hun theorieën op elkaar aansluiten en samensmelten, waardoor een symfonie van filosofische en metafysische ideeën ontstaat. Beide auteurs koesterden een diepgaande nieuwsgierigheid naar het verlangen naar het transcendente, naar de verkenning van de mysteries van de menselijke ziel en naar de zoektocht naar een universele betekenis.
Zowel Jungs Collectieve Onbewuste als Bohms Impliciete Universum benadrukken de onderlinge verbinding tussen alle dingen, waardoor de aanwezigheid wordt onthuld van een onzichtbaar en verenigend universeel niveau dat elk aspect van onze realiteit doordringt. Het boek heeft tot doel onze verbinding met deze onzichtbare universele orde te onderzoeken.
Jung en Bohm bieden ons met hun verlichte woorden sleutels aan om toegang te krijgen tot onbekende werelden, woorden die onze zintuigen doen ontwaken, onze geest in beweging zetten en ons ertoe aanzetten ongemakkelijke maar essentiële vragen te stellen: wat is de ware aard van de mens? Hoe verhouden wij ons tot het universum om ons heen? Hoe kunnen we onze plaats in deze kosmische uitgestrektheid beter begrijpen?
Terwijl we de werken van Jung en Bohm verkennen, zullen we buitengewone citaten tegenkomen die onze honger naar kennis en intuïtie wakker maken en voeden. Jung schreef in zijn essay "Het archetype en het collectieve onbewuste": "Hij die naar buiten kijkt droomt, hij die naar binnen kijkt ontwaakt". Deze woorden inspireren ons om verder te kijken dan de schijn, om ons te verdiepen in de diepten van de menselijke ziel.
Bohm daarentegen gaf ons een uniek inzicht in de aard van de werkelijkheid, met het argument: "De diepgaande orde van alles gaat verder dan deeltjes, hun interacties en fysische wetten."
Deze verklaring zet ons ertoe aan om het heelal te beschouwen als een levend organisme, verbonden op ondenkbare en nog onontdekte manieren, een universum waarin de kwantumfysica ons de beslissende rol van ‘waarnemers’ toekent. Tegelijkertijd nodigt Jung ons uit om onszelf te observeren via individuatie, dat wil zeggen door de zoektocht naar ons eigen ‘Zelf’.
Door de vergelijking van Jungs theorieën over het collectieve onbewuste en die van Bohm over het impliciete universum zullen we in staat zijn de filosofische en metafysische aspecten te onthullen die deze twee perspectieven gemeen hebben en die op het eerste gezicht tot verschillende terreinen lijken te behoren. Dit boek nodigt ons uit om onszelf fundamentele vragen te stellen over de aard van het bestaan, de betekenis van ons leven en het verband tussen onze innerlijke wereld en het externe universum.